CJIB incasseert bijna 27 miljoen bij daders die schadevergoeding moesten betalen
Het CJIB betaalt de schadevergoedingen bij wijze van voorschot. In bij wet bepaalde gewelds- en zedenzaken wordt het door een strafrechter bepaalde bedrag in zijn geheel uitgekeerd. In andere zaken gaat het om een gemaximeerd bedrag van 5000 euro.
Zo lang een zaak niet verjaard is, blijft het CJIB vervolgens bezig het gehele bedrag, ook in de gevallen waarin een beperkt voorschot is uitgekeerd, alsnog te innen. In de regel worden de kleine(re) bedragen in 65 procent van de zaken binnen 3 jaar geheel betaald. In 10 jaar tijd is ongeveer in 80 procent van de zaken het gehele bedrag alsnog betaald. In de jaren 2021 tot en met 2023 werd zo een bedrag van 57,7 miljoen euro geïnd bij de daders.
Het totaal van bijna 27 miljoen in 2024 is mede zo hoog omdat in een zaak uit 2001, waarin ten behoeve van gedupeerden door het Openbaar Ministerie beslag werd gelegd op vastgoed, een bedrag van ruim 3 miljoen in zijn geheel is betaald. Dat het CJIB zich inspant om bedragen te innen, blijkt bijvoorbeeld ook uit een andere zaak waarin bij een naar het buitenland vertrokken veroordeelde oplichter die niet bestaande vakantiehuisjes verhuurde alsnog 25.000 euro werd geïnd. Deze zaak dateerde uit 2011, de oplichter was plotseling in 2024 in Nederland. De gedupeerden hebben alsnog bedragen tussen de 500 en 2500 euro teruggekregen.
Voor wat betreft de uitkeringen ging het in 2024 om 17,5 miljoen waarvan het gehele bedrag in een keer werd voorgeschoten. Ruim 6,5 miljoen betrof gemaximeerde voorschotten. Het bedrag aan uitgekeerde voorschotten lag in 2023 veel hoger (bijna 38,5 miljoen euro) omdat in dat jaar de schadevergoedingen in de MH17-zaak zijn uitgekeerd. In 2022 werd 18,4 miljoen uitgekeerd, en in 2021 26,7 miljoen euro. De door de rechter toegewezen schadevergoedingen verjaren pas na een jaar of 8 en in ernstige zaken helemaal niet. Sinds de invoering van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen is het niet meer mogelijk in plaats van betalen vervangende hechtenis te ondergaan en blijft het CJIB proberen de schade bij een dader te innen.