Onderzoek bestuurder
Stap 1: Er is een strafbaar feit gepleegd
Een opsporingsinstantie (bijvoorbeeld de politie) constateert dat er met een voertuig een strafbaar feit wordt gepleegd en geeft dat aan ons door.
Stap 2: Wie bestuurde het voertuig?
Om een passende straf te bepalen, wil het OM weten wie op dat moment het voertuig bestuurde. Daarom sturen wij de kentekenhouder van het voertuig een brief met de vraag die informatie aan ons door te geven. De kentekenhouder kan digitaal doorgeven of hij/zij de bestuurder was of dat iemand anders dat was.
Stap 3: Wat is een passende straf?
Wij sturen de informatie over wie de bestuurder was naar het OM. Het OM gaat controleren of deze bestuurder al eerder een strafbaar feit heeft gepleegd. Daarbij wordt ook gekeken naar wanneer dat was en wat er toen precies is gebeurd.
De officier van justitie van het OM bepaalt met alle informatie in deze zaak of hij een straf oplegt en zo ja, welke straf dan precies. Is de straf een boete? Dan bepaalt de officier van justitie ook hoe hoog de boete is.
Stap 4: Het Openbaar Ministerie stuurt een brief met de beslissing
Het OM stuurt de bestuurder een brief met de beslissing van de officier van justitie over deze zaak. Deze brief heet Strafbeschikking.
Is de ontvanger van de strafbeschikking het niet eens met de beslissing? Dan kan deze daartegen bezwaar maken. In dit geval heet dat “in verzet gaan”.
Stap 5: Betaal de boete ineens of in termijnen
Heeft de officier van justitie bepaald dat de bestuurder een boete moet betalen? Dan kan deze die boete in één keer of in termijnen betalen. Op de brief staat hoe de bestuurder dat kan regelen.